E-health alleen voor jongere generatie hulpverleners?

Bij Karify streven we ernaar om e-health onderdeel te laten worden van de dagelijkse behandelpraktijk in de GGZ. Maar welke factoren bepalen eigenlijk mede of behandelaren de intentie hebben om aan de slag te gaan met e-health? Deze vraag stellen Janneke Aerts (GGZ Westelijk Noord-Brabant) en Arno van Dam (Tilburg University) in het artikel ‘E-health attitudelijst: wat drijft de behandelaar?’.

 

 

 

 

 

Het onderzoek

In het artikel wordt de invloed van attitude op het e-health gebruik getoetst. De twee onderzoekers leggen een vragenlijst voor aan 121 behandelaren in de GGZ. Uit de antwoorden blijkt dat mannen en vrouwen niet verschillen in de manier waarop zij (blended) e-health als therapievorm beoordelen.

E-health alleen iets voor de jongere hulpverleners?

Oudere hulpverleners blijken niet te verschillen van jongere hulpverleners in hun attitude ten opzichte van e-health. Dit in tegenstelling tot het idee dat e-health vooral iets zou zijn voor jongere hulpverleners. Wel ervaren oudere behandelaren een verminderde competentie in computergebruik. Mogelijke terughoudendheid om te werken met e-health komt wellicht hieruit voort.

Behandelaren positiever over e-health bij regelmatig gebruik

Opvallend is dat blijkt dat behandelaren die regelmatig met e-health werken positiever zijn over e-health dan mensen die nauwelijks of nooit met e-health werken. Laatstgenoemden onderschrijven op hun plaats de negatieve effecten van e-health juist sterker dan behandelaren die regelmatig met e-health werken.

Daarom bieden we bij Karify alle nieuwe gebruikers een gratis webinar aan, waarin behandelaren wegwijs gemaakt worden in online behandelen en gemotiveerd worden om aan de slag te gaan. Zoals Aerts & van Dam immers schrijven: ‘Een gemotiveerde behandelaar is belangrijk om de cliënten juist  te instrueren en stimuleren.’

Meer weten? Lees hier het volledige artikel.

Geïnteresseerd in een Karify proefaccount met webinar? Vraag er hier gratis een aan.